Ik krijg zo langzamerhand flashbacks naar het schoolplein uit mijn jeugd. Het organiseren van je eigen clubje was in de mode. Met eigen activiteiten, insluitingen en uitsluitingen. Kinderlijk eenvoudig. Met vier of vijf vrienden vormden we een gelijkgestemd groepje, een team met allerlei sporten en zochten we elkaar op na lestijd.

Dat was natuurlijk best leuk. Vriendschappen konden op die manier groeien. Maar, op het schoolplein ontstond zo een welles-nietes sfeer, waarbij het ene clubje gelijk claimde in een discussie (over het gebruik van het voetbalveld bijvoorbeeld) en het andere clubje daardoor uiteraard ongelijk moest hebben. Verschillen werden alsmaar uitvergroot en soms hinderlijk onoverbrugbaar.

In 2021 zien we ditzelfde kinderlijke gedrag in de hele samenleving terugkomen. Ik ben er niet blij mee. Het gaat me veel te ver om alles te analyseren, laat staan dat ik een kenner zou zijn van een of ander virus wat op een bepaalde manier besteden dient te worden. Maar ik kaart het aan omdat ik liever aandacht geef aan wat kan groeien.

Wat ik namelijk mis is de kracht van het midden. De kracht van nuance, van elkaar vinden in plaats van elkaar zoeken als roependen in een woestijn van verschillen.

In het onderwijs zie ik als bestuurder de problemen en zorgen zich weer opstapelen. Beperkingen door het virus, personeelstekort, het niet kunnen voldoen aan verwachtingen en plannen die niet gerealiseerd kunnen worden.

En tegelijk; zie ik ook de enorme kracht die mensen in zich hebben;

Er zijn geweldig veel gemotiveerde leraren die zich niet gek laten maken en kalm en gemotiveerd blijven. Omdat het om de toekomst van kinderen en jongeren gaat. Zij hebben de structuur en de cultuur van de school hard nodig. Juist géén clubjesgedrag, maar voorbeeldige leraren die genuanceerd spreken over hoe we wijze wereldburgers horen te zijn.

In mijn ideale wereld is er uiteraard geen virus, zijn er overal genoeg mensen voor te vinden en is er altijd ‘flow’. Maar tot die wereld aanbreekt kan ik heel blij worden van die gemotiveerde leraar, die betrokken ouder, die nuchtere directeur, dat kind dat ook niet alles weet, maar zich wel veilig en vertrouwd voelt op school.

Dat is de kracht van het midden. Je niet laten verleiden om lid te worden van een clubje. Maar met nuance de verbindingen vinden – tussen jou en je collega, tussen jou en je leerlingen, tussen jou en je naasten.