De bestuurder gaat vertrekken. Zijn/haar nieuwe baan gaat over twee maanden beginnen. Een goed proces van werving en selectie heeft gezorgd voor een opvolger. En die nieuwe bestuurder zal de organisatie weer verder laten ontwikkelen en inspireren.
“Je moet natuurlijk niet over je graf heen regeren”. Zo’n opmerking komt u vast bekend voor. Soms zeggen mensen het ook in de ik-vorm. Het roept het beeld op van een leidinggevende die vooral niet verder mag kijken dan de datum van zijn afscheid. Want stel je voor, de bestuurder neemt een besluit dat voor de opvolger niet goed voelt.
Politiek
En toch is ‘regeren over je graf’ niet iets waar je als vertrekkend leider bang voor hoeft te zijn. Sterker nog, het wordt van je verwacht.
In de politiek zie je soms van die reflexen. Een periode van vier jaar wordt ‘ingericht’ om bestuurlijk te kunnen handelen en doelen te bereiken. Het eerste jaar van die vier, wordt er één en ander ingepland en uitgedacht. Het tweede en derde jaar starten er een reeks beleidsactiviteiten, al dan niet met resultaat, en in het vierde jaar nemen de inspanningen in snel tempo weer af, want ja, verkiezingen binnenkort.
Dat moet je in een dynamische onderwijs- of zorgorganisatie toch niet willen.
De bestuurder wordt meestal na een zorgvuldig werving en selectieproces benoemd door de raad van toezicht. De bestuurder is dan de nieuwe werkgever van de hele organisatie en stuurt vanuit een bestuurlijke “kaderopdracht” op door-ontwikkeling, groei, belangrijke veranderingen en altijd op continuïteit (lees: een gezond bestaansrecht) van de organisatie.
Strategie
Regeren is vooruitzien. En dat betekent voor de vertrekkend bestuurder gewoon tot de laatste dag doen wat hij moet doen. Strategie tot leven brengen. Mensen prikkelen om zichzelf te overtreffen. Visie in hoofden laten landen. Analyses tot acties omvormen. En vanzelfsprekend; tijdig contact hebben met de nieuwe bestuurder om die strategische hoofdlijnen ononderbroken te laten zijn.
De raad van toezicht heeft hier een belangrijke rol. De bestuurlijke opdracht (een bondige strategische visie op de aandachtsvelden voor de komende jaren) zal een logisch vervolg moeten zijn op de bestuurlijke opdracht van de voorganger. En die opdracht moet er in feite al liggen, op het moment dat het profiel van de nieuwe bestuurder ontworpen wordt.
Bestuurders en toezichthouders zouden zichzelf te kort doen door de regeerkracht na 4 jaar te pauzeren. Want het realiseren van continuïteit is iets dat je samen doet. En hoewel mensen accenten leggen en bakens zullen verzetten; strategisch besturen is een doorlopend proces waar ‘oud’ en ‘nieuw’ constructief aan kunnen bijdragen.
AH