Boekrecensie “Gertjan Verbeek – Recht voor z’n raap” |  Eddy van der Ley |  2020

Een zwart-wit kaft, de wilde haardos en een ongepolijste titel. Het boek dat Van der Ley schreef over voetbaltrainer Gertjan Verbeek,  heeft een uiterlijk dat past bij de inhoud.  Verbeek, bekend trainer van o.a. SC Heerenveen, FC Twente en Vfl Bochum, krijgt hierin een aardig en praktisch geschreven relaas over zijn loopbaan en, op de achtergrond,  persoonlijke levensloop.

Van der Ley heeft het boek opgebouwd aan de hand van verschillende relaties van Verbeek.  Het begint met Verbeek & jeugdvriend Soetman, langs verschillende leermeesters en collega’s en eindigt met zijn privéleven Gertjan & vrienden en Gertjan & Sabine.

Verbeek geeft hierdoor een veelzijdig inkijkje in zijn leven en loopbaan. Als voetballiefhebber herken ik de aardige details en verhalen die hij deelt van achter de coulissen van het betaalde voetbal. En wat te denken van zijn achtergrond als bokser en zijn natuurtalent om van alles te ontwerpen en te bouwen. Het is duidelijk dat Verbeek talentvol is, maar er wordt voortdurend op gehamerd dat het vooral wilskracht en toewijding is, dat hem telkens verder brengt.

En dat is natuurlijk een prachtige leiderschapsles. Op bladzijde 93 vertelt Verbeek: “Dat je goed kunt voetballen, heeft niets met je DNA te maken (…) Heb je de juiste instelling, ben je bereid het maximale uit je mogelijkheden te halen (…) dan kun je een eind komen.”

Verbeek eist veel van anderen én van zichzelf. Dat maakt hem doelgericht en vaak ook hoekig in de omgang. En als zijn naasten een beetje begrijpen hoe hij in elkaar steekt, doen ze er goed aan hem een helder kader én vertrouwen te geven. Dan floreert hij.

Opnieuw een les. Als interim-bestuurder in de publieke sector weet ik dat je jezelf altijd meeneemt, in elke klus. En een duidelijke opdracht mét vertrouwen is essentieel om tot goede resultaten te komen.

Maar andersom is het ook zo. Als je leidinggevende bent, tast dan af waar de behoefte ligt van de medewerkers, de staf, de spelers. Anticipeer, geef richting en geef vertrouwen. En vooral – om in Verbeeks woorden te spreken- zeg de dingen zoals ze zijn, praat niemand naar de mond.

Verbeek laat zien dat zijn markante en soms lompe stijl op sympathie kan rekenen, mits vertrouwen onbeschaamd blijft.

Een lekker nuchter boek. Het is even zoeken naar de chronologie maar de details en vooral de ‘uit het leven gegrepen’ dialogen geven mooie inspiratie. Voor leiders én spelers.

AH